Charlotte van Pallandt en Nico Koster
Nico Koster portretteerde Charlotte van Pallandt in 1968 in haar flat in Noordwijk, rechts van haar het portret van Adriaan Roland Holst uit 1963.
Charlotte van Pallandt
beelden en tekeningen
Nico Koster
fotografie 1965-2020
Verlengd t/m 25 februari 2022
Charlotte van Pallandt (1898-1997) was één van de eerste vrouwelijke kunstenaars van ons land, die zich volledig aan de beeldhouwkunst wijdde. Zij is vooral bekend geworden dankzij haar ‘Wilhelmina-monumenten’ in Rotterdam en Den Haag. Na de oorspronkelijke stenen versie in 1968 volgden bijna 20 jaar later een bronzen versie voor Den Haag en een identiek Wilhelmina-beeld voor de tuinen van Kasteel het Nijenhuis in Heino/Wijhe.
De meeste waardering in het oeuvre van Charlotte van Pallandt krijgen de portretten. Haar fijnzinnige ‘koppen’ getuigen van inzicht in karakter en persoonlijkheid van het model. Tot een geheel ander genre behoren de expressieve beeldjes waarvoor Truus Trompert model stond. Charlotte van Pallandt leerde het Amsterdamse naaktmodel tijdens de Tweede Wereldoorlog kennen. Truus inspireerde de kunstenares ruim 20 jaar lang, met als resultaat een reeks spontane ‘Truusbeelden’.
Het oeuvre van Charlotte van Pallandt, dat beelden en tekeningen maar ook enkele schilderijen omvat, kwam uitvoerig aan bod op de overzichtstententoonstelling die Museum de Fundatie in de zomer van 2019 presenteerde, getiteld ‘Charlotte van Pallandt. Kunst als levensdoel’. Wie de kunstenares zelf was, en wat zij dacht, bleef tot dusver op de achtergrond. Dankzij nieuw bronnenmateriaal kon niet alleen meer informatie over haar werk worden gegeven, maar ook deed zich de kans voor om de kunstenares zelf voor het voetlicht te brengen. De bij de tentoonstelling verschenen, gelijknamige catalogus bracht - met hetzelfde respect voor afstand en discretie dat bij Charlotte van Pallandt hoog in het vaandel stond- ook haar leef-en denkwereld een stuk dichterbij.
Op de expositie in Galerie Quintessens is een ensemble kleinplastiek te zien, o.a. naakten, studies en ‘schetsen’ voor grote beelden waaronder de Wilhelmina-monumenten. Verder enkele portretten van kunstenaarsvrienden onder wie Albert Termote en Kees Verwey. Ook toont de galerie een reeks typische tekeningen van haar hand, direct te herkennen als beeldhouwerstekeningen. Sommige robuuste figuurtekeningen zijn uitgevoerd in rood krijt, soms in houtskool. Voor de Tweede Wereldoorlog begon zij met goed zichtbare constructielijnen te werken. Deze dienden als technische hulpmiddelen die in de compositie de interne verhoudingen aangeven. Charlotte van Pallandt beschouwde de bladen nadrukkelijk als ‘hulpmiddelen’, hoewel zij de tekeningen dikwijls exposeerde in combinatie met beelden.
De bronzen en tekeningen op de expositie zijn alle afkomstig uit het bezit van familie van de kunstenares.
‘Wat telt is mijn werk.
Dat is de reden van mijn bestaan’.
Tors, 1930, brons, hoogte 83 cm.
Nico Koster (1940) is een veelzijdig fotograaf. Hij reisde met Corneille naar Cuba, vereeuwigde de Bed-in for Peace actie van John Lennon en Yoko Ono en was als fotojournalist getuige van dramatische gebeurtenissen. Voor zijn werk legde hij talloze speciale, onvergetelijke momenten vast op het gebied van sport, politiek, kunst en royalty.
Hij draagt nog steeds altijd een camera bij zich. Zijn eerste foto’s maakte hij voor De Telegraaf, waar hij van 1963 tot 1988 werkte. ,,Mijn eerste belangrijke opdracht was het fotograferen van reacties op de moord op president Kennedy.” Diepe indruk op hem maakten ook de treingijzeling en de bezetting van het Indonesisch Consulaat. Die laatste reportage leverde hem in 1975 de tweede prijs in de categorie Nieuws van World Press Photo op. In 1983 won hij de Zilveren Camera.
Wanneer hij werd gevraagd foto’s bij kunstartikelen te maken, genoot hij van het contact met de kunstenaars. Naast Chagall en Willem de Kooning klikte het vooral met de schilders van CoBrA. ,,Ik was een groot liefhebber van hun werk en zij hadden mij er graag bij. Daar zijn mooie vriendschappen uit ontstaan.”
Willem de Kooning, studio New Hampton, circa 1980.
Zo werden kunstenaarsportretten een belangrijk onderdeel van zijn oeuvre. Koster maakte reportages in ateliers maar volgde de schilders ook tijdens het eten en vergezelde hen bij wandelingen en (lange) reizen. Hij ontdekte het oude fabriekspand aan de Rue Santeuil in Parijs, waar naast Karel Appel en Corneille jarenlang veel Nederlandse kunstenaars, schrijvers en musici werkten en woonden. Koster gaf in 2003 een bijzonder en kostbaar, tweedelig boek uit over de oude fabriek, tot circa 1960 een oase van rust en vrede, waar een deel van de Nederlandse kunstenaarskolonie in Parijs verbleef: Naast foto’s staat het boek vol (facsimili’s) briefkaarten, kattebelletjes, reproducties, uitnodigingen tot en met kwitanties betreffende de huur.
Met Appel en Corneille reisde hij de hele wereld over, met Corneille onder meer naar Cuba. ,,Dat was onze laatste reis samen en het is voor mij een dierbare herinnering. Terwijl ik fotografeerde, maakte hij tekeningen. Daar hebben we ook een boek van gemaakt.”
Simon Vinkenoog, W.F. Hermans, Hugo Claus, Paul Citroen, Willem de Kooning, Eugène Brands, Constant, Anton Heyboer, Paul Blanca: Koster kreeg ze allemaal voor zijn camera. Hij legde tijdens Kerst 1989 in hotel Lutetia in Parijs de hereniging vast tussen Appel en Corneille, nadat de twee elkaar veertig jaar niet hadden gezien. ,,Dat moment wilde ik graag meemaken en natuurlijk wilde ik daar ook een foto van.”
De markante koppen drukt hij altijd af in zwart-wit. ,,Dan is de contrastwerking krachtiger, dat maakt de foto’s spannender.” Al heeft hij ook één bijzondere afbeelding van Karel Appel in kleur, in 1983 gemaakt in New York. Appel staat op de foto voor de Twin Towers met een door hem beschilderd model van een Fokker 100 in zijn armen. ,,Dat was in het kader van een reclamecampagne. We hebben er toen hartelijk om gelachen. Nu, jaren later krijg je natuurlijk een heel ander gevoel bij deze foto.”
Op 7 oktober verschijnt bij Waanders & de Kunst een nieuw boek van Koster, getiteld ‘Karel Appel. Een leven in foto’s van Nico Koster’, dat verschijnt ter gelegenheid van Appel’s 100ste geboortejaar. Niet alleen is het fotoboek een hommage aan de bekende CoBrA-kunstenaar, ook is het een ode aan fotograaf Nico Koster.
Tekst: Maaike Staffhorst
Foto’s: Nico Koster
Reis door het leven van Karel Appel
Op 9 oktober verscheen bij Waanders Uitgevers een fotoboek van Nico Koster (1940) gewijd aan Karel Appel (1921-2006), een van de bekendste Nederlandse kunstenaars uit de 20ste eeuw. Het boek is gepresenteerd ter gelegenheid van zijn 100ste geboortedag in 2021. Het boek gaat niet alleen over leven en werk van Appel, maar het is ook een ode aan fotograaf Nico Koster. Galerie Quintessens presenteert in november en december (17 november t/m 18 december 2021) een vijftigtal kunstenaarsportretten van zijn hand. Deze reeks foto’s van Nico Koster wordt in Utrecht gecombineerd met bronzen en stenen beelden van kunstenares Charlotte van Pallandt, die hij verschillende keren fotografeerde. Nico Koster is een veelzijdige fotograaf, die 30 jaar lang het leven van Appel heeft vastgelegd, op zijn unieke en onnavolgbare wijze. De foto’s laten het leven zien van een kleurrijke en opstandige kunstenaar. Wim Pijbes noemde Koster ooit ‘de visuele verhalenverteller van een generatie kunstenaars’. Auteur Willemijn Stokvis beschrijft het artistieke leven van Karel Appel, te zien in de vele foto’s in het boek. Met een voorwoord van Ernst Veen, oud-directeur van De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam. Waanders Uitgevers € 29,95.
John Lennon en Yoko Ono tijdens hun 'Bed-in'-protestactie in het Amsterdamse Hilton Hotel, 1969.