Judith Pfaeltzer en Christina van Marle
Judith Pfaeltzer en Christina van Marle
Christina van Marle en Judith Pfaelzer. Foto Nico Koster.
Judith Pfaeltzer
beelden
Christina van Marle
tekeningen van oude meesters
Expositie: 30 maart t/m 6 mei 2022
‘Het beeldhouwwerk van Judith Pfaeltzer heeft een geheel eigen karakter. Het meest in het oog springen de grote sculpturen van gips en terracotta, die in de eerste twee kamers van de galerie staan. Hoewel zij titels hebben als ‘Basiliek’ en ‘Terra Incognita’ zien zij eruit als sterk geabstraheerde menselijke figuren. Het tegenovergestelde geldt voor de beelden die over menselijke relaties gaan. Hoewel die bij voorbeeld ‘Gelukkige familie’, ‘Ontmoeting’ of ’Weerzien’ heten, is de mens daarin juist totaal afwezig.
Pfaeltzer geeft deze onderwerpen weer door middel van groepjes aan elkaar gegroeide torens. Juist die onverwachte combinaties van titels en vormen maken de beelden van Pfaeltzer extra bijzonder. In haar werk veranderen basilieken in mensen en worden mensen gebouwen. En hoe vreemd dat ook mag klinken: door de voortreffelijke manier waarop zij zich beeldend uit weet te drukken, komt dat heel vanzelfsprekend over.’
Terra Incognita II, brons, hoogte 240 cm. Foto John Stoel.
In een interview met Frits Scholten, getiteld ‘Over de beelden van Judith Pfaeltzer’, een publicatie naar aanleiding van haar solotentoonstelling in 2007 in ‘Het Depot’, zegt zij over haar beelden die zij als landschappen omschrijft: ‘Het idiote is, in de loop der jaren heb ik altijd steeds meer de omgeving willen maken. Dat wat op de voorgrond staat, dat hoefde steeds minder te zijn. Want de omgeving was veel meer van invloed op dat ene. Dat zie je in mijn latere foto’s ook, dat het altijd de omgeving is die de boel bepaalt. Toen dacht ik, ik wil meer omgevingen maken(…) Want als ik door een landschap rijd, wat zie ik dan? Waarom raak ik gefascineerd of waarom juist niet? En, kan ik dat maken?’
Als Frits Scholten haar om een toelichting vraagt, tekent Judith Pfaeltzer de contour van een grillige horizon. ‘Kijk, dit is een landschap hè?’ Ze draait vervolgens de tekening een kwartslag, zodat de horizon een onregelmatige verticale lijn wordt. ‘Is het nou geen landschap meer? Nou, dan is dat het beeld. Als je oog naar het horizontale kijkt en je ziet het dan in de verticaliteit dan krijg je wel een andere lichtval, maar het is uiteindelijk dezelfde lijn (…) Je kan dus met verticalen en horizontalen wat anders doen. Je kan ze veranderen, zonder dat ze … terwijl ze toch hetzelfde blijven. Staan, liggen, het kunnen dezelfde vormen zijn en ze kunnen dezelfde ontroering teweeg brengen. Ik trek het landschap omhoog tot een zuil. In plaats van in de horizontaliteit zet ik het in de verticaliteit en toch behoudt het zijn zeggingskracht, mits het goed gezet is. En dan kan er een beeld ontstaan. Ik kan spelen met de lijnen en de vlakken en dus kan ik zo’n beeld ook een landschap of een terra incognita noemen.’
Christina van Marle studeerde kunstgeschiedenis in Leiden en Londen, waar zij eind jaren zeventig begon als handelaar in tekeningen van Oude Meesters. In Londen was de belangstelling voor dit specialisme groot. Veilingen van oude meesters in diverse categorieën, van ‘highly important’ tot ‘collectors’ sales’, trokken kunstkopers uit de hele wereld. In deze periode kwamen verschillende Europese collecties op de markt en met name Amerikaanse verzamelaars bouwden een verzameling op. Christina van Marle organiseerde naast verkoop-exposities in Londen tijdens de gespecialiseerde halfjaarlijkse veilingen bij Christie’s en Sotheby’s ook in Amsterdam verkooptentoonstellingen. Eerst bij Elsbeth van Tets Antiques en later bij Jan Six Fine Arts. De laatste presentatie tot dusver vond plaats in 2015.
Haar eerste verkooptentoonstelling, die in 1977 plaatsvond bij de antiquairs Green & Abbot, bestond uit tekeningen van goede kwaliteit die zij zelf had gekocht en bladen die zij in commissie kreeg van collega-kunsthandelaren. Hiertoe behoorden ook Franse en Italiaanse tekeningen uit de 17de en 18de eeuw, kunst die steeds meer op haar belangstelling kon rekenen. Haar passie voor deze tijd is nog steeds groot, waarbij het accent is komen te liggen op landschappen, figuurstudies, marines, portretten en ontwerptekeningen.
Voordat Christina van Marle in Londen actief was in de kunsthandel, werkte zij voor het veilinghuis Sotheby’s. Een belangrijke opdracht van het hoofdkantoor van Sotheby’s in Londen was het catalogiseren in Amsterdam van de verzameling Bernard Houthakker, die in 1974 werd geveild. Zij leerde in deze periode verschillende grote tekeningenexperts persoonlijk kennen, die haar waardevol advies gaven over de attributies van de oude meester-tekeningen. In de prentenkabinetten van o.a. het British Museum in Londen, de Albertina in Wenen alsmede het Metropolitan en de Morgan Library in New York verdiepte zij zich in het bijzonder in Nederlandse en Vlaamse tekenkunst. Nog steeds beleeft zij groot plezier aan het achterhalen van de maker van een mooie tekening, speurwerk dat vaak plaatsvindt in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, het Prentenkabinet van het Rijksmuseum of de Witt Library in Londen.
Links: Charles Parrocel (1688-1752), Studie van een man in het gevolg van de Turkse ambassadeur in Parijs, 1721, rood krijt, 22,3 x 13,7 cm.
Rechts: Willem van de Velde de Jonge (1633-1707), Studie van twee sloepen, ca. 1650, zwart krijt, pen en bruine inkt, gewassen in grijs, 20,4 x 33,4 cm.
Tekst: Luciano Rossi